Dwangmedicatie
Met dwangmedicatie wordt bedoeld het toedienen van medicatie zoals kalmeermiddelen tegen de zin van de patiënt. Dit gebeurt slechts in zeer uitzonderlijke situaties namelijk wanneer de patiënt een gevaar stelt voor zichzelf of voor derden. Dit kan enkel op aangeven van de behandelende arts.
In eerste instantie wordt gepoogd om het akkoord / de medewerking van de patiënt te verkrijgen, om desgevallend de medicatie onder pilvorm toe te kunnen dienen. Wanneer deze strategie faalt kan worden overgegaan tot toedienen van de medicatie via de spier of een ader.
Om het traumatiserende karakter van dergelijke interventie te minimaliseren wordt de patiënt bij elke handeling duidelijk geïnformeerd over hoe de handeling zal verlopen en welke de lichamelijke effecten / gevolgen ervan kunnen zijn. Tegelijk gebeurt een evaluatie van de noodzaak aan nieuwe medicatie. Het is de behandelend arts die op regelmatige tijdstippen en op vraag van de verpleging de nood aan verdere medicatie zal beoordelen.
Ook de familie of de wettelijke vertegenwoordiger van de patiënt wordt zo snel als mogelijk ingelicht.
Na het toedienen van de medicatie is er een verhoogd medisch toezicht.